Joe ‘The Bull’ Spinks blijft altijd streven naar succes

Gepubliceerd op 5 mei 2024 om 09:30

In de Amsterdamse basketbalwereld is zijn naam goed bekend: Joe Spinks, ook wel bekend als ‘The Bull’. Twee keer werd hij met de Astronauts uitgeroepen tot MVP van het seizoen, won hij als speler vijf keer het kampioenschap in de hoofdstad en nog eens twee keer als assistent-coach. Onder leiding van coaches Ton Boot en Arik Shivek heeft hij met de Astronauts succesvolle momenten meegemaakt. Vanaf zijn universitaire jaren bij Campbell University (Big South Conference Rookie of the Year en Big South Conference Player of the Year) tot zijn professionele loopbaan als basketballer en coach; Joe Spinks staat altijd garant voor één ding: hard werken, nooit opgeven, beter worden en resultaten behalen. Zijn doorzettingsvermogen geeft hij nu door aan talentvolle middelbare scholieren op de Eastern Guilford High School. We gingen eens in op wat Joe met zijn harde werk heeft bereikt en meegemaakt, en hij vertelt over zijn basketbalreis van vroeger tot nu.

If you want to read the English version of this article, scroll a little bit down to find it.

Van het beoefenen van drie sporten tot het kiezen voor basketbal

Voordat Joe begon met basketballen, deed hij aan American football. In Amerika was er destijds een recreatieve sportweek, waarin drie sporten werden aangeboden: football, basketbal en honkbal. In eerste instantie probeerde Joe alleen football en honkbal uit, aangezien hij nog niets wist van basketbal. “Daarom waren football en honkbal de enige twee sporten die ik probeerde,” vertelt Joe. “Een jaar later raadde een buurjongen me aan om basketbal eens te proberen. Op mijn tiende begon ik officieel met basketbal. Als kind keek ik altijd graag naar de Philadelphia 76ers en was ik helemaal weg van Julius Erving - Dr. J. De eerste drie jaar dat ik basketbal speelde, deed ik ook nog aan football en honkbal. Eerst stopte ik met football vanwege een blessure, dus bleef ik daarna bij basketbal en honkbal. Als honkballer was ik catcher, de speler achter de slagman bij elke pitch. Ik groeide heel snel als tiener, zo snel dat mijn knieën steeds pijn deden. Als catcher speel je ook voortdurend in een gehurkte houding. Daarom ben ik mij op mijn veertiende volledig gaan focussen op basketbal.

Ik heb hard gewerkt om beter te worden. Basketbal was mijn comfortzone. Ik ging naar een basketbalkamp, en in de zomer belde de universiteitscoach van dat kamp mijn middelbare schoolcoach. Hij vertelde mijn latere coach om mij eens te benaderen, en die zomer groeide ik nog eens 17 centimeter en kreeg ik een studiebeurs aangeboden. Daarmee begon mijn weg naar een grote carrière.”

Zijn universitaire basketbaltijd: The Fighting Camels aan de Campbell University

Het duurde even voordat Joe zijn studiebeurs kreeg om naar de universiteit te gaan. Veel van zijn vrienden gaven verschillende coaches tips om hem in de gaten te houden. Uiteindelijk werd zijn harde werken en het spelen in de halve finale van het state championship op de middelbare school beloond met een plek aan de Campbell University. “Het leuke is dat mijn beste vriend, die destijds bij mij aan de overkant woonde, eerder door Campbell University en coach Billy Lee was benaderd. Die vriend raadde hem aan om eens naar mij te kijken. Ze twijfelden op dat moment of ik wel goed genoeg was. Ik was nog niet door hen benaderd, hoewel een andere vriend op de middelbare school een vader had met connecties met Campbell. Op dat moment werd ik aan hen voorgesteld, maar opnieuw ontstond de twijfel of ik wel goed genoeg zou zijn. Ik bleef doorgaan met basketballen, en ondertussen hielden andere scholen mij in de gaten. We speelden dat jaar het staatskampioenschap, en ze zagen me spelen. Vanaf dat moment kreeg ik een studiebeurs aangeboden. Hoewel het twee jaar heeft geduurd, is het er toch van gekomen, en werd ik onderdeel van Campbell University.”

Steeds groeiende als speler, met diverse individuele prijzen

Op zijn achttiende begon het avontuur bij Campbell University, en een goede start is gebleken. Joe werd in 1991 tijdens zijn eerste jaar uitgeroepen tot Big South Rookie of the Year. “Tot op de dag van vandaag, bijna 34 jaar later, ben ik nog steeds blij met het feit dat ik geweldige spelers om me heen heb gehad,” bevestigt Joe. “Tijdens mijn eerste jaar had het team te maken met veel blessures. Op dat moment was ik nog een ‘role player’, maar werd ik wel als scorende factor ingezet om het gemis van diverse spelers op te vullen. We waren al halverwege dat seizoen, maar mijn voornaamste taak was over het algemeen rebounden. Toch was het een begin van mijn scorende rol. Vanaf het derde jaar nam mijn scoreproductie toe, en samen met Scott Neely (voormalig speler van Landstede Hammers en assistent-coach van EiffelTowers Nijmegen) waren wij de scorende spelers. We hebben een record neergezet bij Campbell: de meeste punten samen gescoord in één wedstrijd. Scott schoot in die wedstrijd ongeveer 11 driepunters raak.”

De eerste profjaren

In 1994 rondde Joe zijn studie Sport & Management succesvol af aan Campbell University en begon hij aan zijn professionele basketbalcarrière. Zijn eerste Europese bestemming was het Zweedse Södertälje, een plaats die bekend staat om zijn kerken en oude gebouwen. Bij de Södertälje Kings, zoals de organisatie toen heette, begon het professionele avontuur. “Om eerlijk te zijn, ik had echt last van heimwee aan het begin,” herinnert Joe zich. “Ik was het klimaat niet gewend, zoals de sneeuw die in oktober al kwam aanzetten. Ondanks dat was het een leuke ervaring. Het was voor het eerst dat ik wegging uit Amerika, en als eerstejaars prof weet je niet gelijk wat dat inhoudt. Ik had veel te leren, en ik heb ook veel geleerd dat jaar.”

Van zijn eerste jaar als prof in Zweden ging Joe in 1995 naar Finland om uit te komen voor Namika Lahti, die in 2015 failliet is gegaan. Het leuke was dat hij met Lahti nog een keer tegen een Nederlands team speelde: GOBA Gorinchem in de kwalificatieronde van de Europa Cup. “Ik heb een geweldige tijd in Finland gehad; veel van het land en de cultuur kunnen ontdekken. Dat maakte het basketballen ook leuker als je dat kon doen. Tegen GOBA, een team dat destijds in Nederland speelde, hebben we nog een keer een Europees duel moeten spelen. Dat team bestond uit allerlei hele goede Nederlandse spelers, alsof zij de beschikking hadden over het nationale team. We hebben met slechts twee punten verschil gewonnen, waarna we tegen een team uit Spanje moesten spelen. Het was voor mij een leuke ervaring om het basketbal in Finland te ontdekken, en om met een aantal Finse internationals te kunnen spelen.”

De Amsterdam Astronauts: het begin van een succesvol tijdperk

Via Vilvoorde en het Portugese Ílhavo kwam Joe in 1998 in Amsterdam terecht, bij de Ricoh Astronauts. Vanaf dat moment begon een lange periode in Amsterdam voor hem. “Ik had vlak daarvoor een langdurige blessure gehad. Ik was echt uit vorm. Vlak daarvoor was ik ook getrouwd met Dawn, en zij kwam over naar Nederland. Ik was altijd nerveus om mijn baan kwijt te raken, maar op een dag kwam mijn coach Ton Boot naar me toe. Hij legde een arm om mijn schouder en zei ‘maak je geen zorgen om je baan, dat komt echt wel goed’. Ook Ruud Frese, de toenmalige voorzitter van de Ricoh Astronauts, had volledig vertrouwen in me. Hij vertelde me dat ik een goede speler ben, dat ik in vorm moest komen, en dat het dan zeker goed zou komen. Ik kwam in vorm, en ik begon ook steeds beter te spelen. Een nerveuze start werd omgezet in een prachtige tijd die zou komen. Ruud Frese was echt de beste manager waar ik ooit mee heb gewerkt. Hij zorgde echt goed voor zijn spelers, en ook voor al hun familieleden. Hij wilde dat de spelers en hun familieleden het zo goed mogelijk hadden, en dat droeg ook bij aan ons succes op het veld.

Hoewel het moeilijk leek, ben ik tegelijkertijd ook erg blij dat ik het op deze manier heb kunnen meemaken tijdens mijn eerste jaar in Amsterdam. Ton Boot heeft me enorm veel geleerd. Het is soms best grappig om vandaag de dag van mijn eigen spelers te horen waarom ik soms zo hard kan coachen. Ik zeg ze dan dat ik niet hard ben, en dan vertel ik ze over Ton Boot en mijn tijd in Amsterdam, en dat ik ze tegelijkertijd steeds beter wil maken in hun spel.”

De finaleserie van 1999: Ricoh Astronauts VS Hans Verkerk Keukens Den Helder

Het eerste jaar dat Joe in Amsterdam speelde, plaatsten de Astronauts zich voor de tweede keer in hun bestaan voor de best-of-seven play-offserie; de finaleserie in 1999 tegen Hans Verkerk Keukens Den Helder. De opdracht was simpel: wie vier van de maximaal zeven wedstrijden won, werd kampioen van Nederland. De Astronauts eindigden als eerste in de reguliere competitie, en Den Helder als tweede. Dat betekende dat de Astronauts de eerste wedstrijd thuis in de Apollohal mochten spelen, maar Den Helder was met 53-66 te sterk. Van de eerste vier wedstrijden won Den Helder er drie, en dus stonden de Astronauts met 1-3 achter in de serie. Dat betekende dat Den Helder nog maar één wedstrijd hoefde te winnen, en de Astronauts drie keer op rij om kampioen te worden. Wedstrijd nummer 5 werd in Amsterdam met 63-49 gewonnen, maar Den Helder mocht wedstrijd nummer 6 thuis spelen in hun eigen sporthal De Slenk. “Ik herinner me dat we aankwamen in de sporthal in Den Helder. Tony Miller, de guard van Den Helder en een aantal jaren later ook een teamgenoot van ons bij de Astronauts, zei dat hij zijn vriendin al had gebeld voor deze gelegenheid, dat deze game voor Den Helder zou zijn. Ik keek op, en er waren overal ballonnen, en de bloemen en champagne waren aanwezig in de sporthal. Chris McGuthrie keek ook omhoog en zei tegen me: ‘Oh Joe, je voelt het wel een beetje op deze manier; ze zijn serieus van plan een groot feest te organiseren’. Ik herinner me dat ik zei dat ze niet gelukkig naar huis zouden gaan die avond. Dat gebeurde ook niet, want na een spannende wedstrijd wonnen we ook in Den Helder en brachten we de stand op 3-3. Dat betekende dat er een zevende beslissende wedstrijd zou plaatsvinden in de Apollohal.”

De zevende beslissende wedstrijd

Vlak voor de start van de zevende wedstrijd deden zich al problemen voor: zou Joe op tijd de Apollohal betreden? “Voordat deze wedstrijd begon werd ik ziek. Hier in Nederland kun je niet zomaar aan medicijnen komen, in tegenstelling tot Amerika waar je naar de winkel of de drogist/apotheek kunt gaan en ze kunt krijgen. Mijn keel zat echt dicht, en mijn vrouw ging met de auto naar de afspraak voor wat medicijnen. Tegen Chris zei ik dat hij alvast naar de Apollohal kon gaan, en dat ik met Dawn daar naartoe zou komen. Ik denk alleen dat ze in de war was met de tijd, want toen de tijd begon te dringen was ze nog niet terug. Uit nervositeit ben ik vanuit Almere met de trein naar Amsterdam gegaan. Ik dacht echter dat deze trein naar een plek in Amsterdam zou gaan waar ik de tram zou nemen. De trein stopte echter bij Amsterdam RAI, en er kwam maar geen tram aan. Ook de taxi weigerde me naar de Apollohal te brengen, omdat dat te dichtbij was en hij geen omzet daaruit kon genereren. Vanaf de RAI ben ik naar de Apollohal gaan rennen om op tijd te komen. De afspraak met Ton Boot was dat elke speler minstens anderhalf uur voor elke wedstrijd aanwezig moest zijn. Ton nam die afspraak altijd serieus: als je te laat kwam zou je niet spelen. Ik kwam pas 75 minuten voor de wedstrijd binnen, en ik legde hem het verhaal uit. Hij zei: ‘Joe, het is oké. Ga je omkleden en klaarmaken voor de wedstrijd’. Dat is wat ik nog het beste kan herinneren, om op tijd voor deze wedstrijd te komen. Toen de wedstrijd eenmaal begon, zat ik er gelijk in. De sfeer in de Apollohal, met de fans tussen Amsterdam en Den Helder, was geweldig. Ook was het zo dat tijdens deze wedstrijd het startpunt was van de naadloze connectie tussen Chris en mij. Ik pakte een steal, en Chris sprintte al naar de andere kant van het veld. Ik gaf een lange pass naar onze aanvalshelft, en Chris ontving de bal en verzilverde de lay-up. Deze aanvallen zouden toonaangevend zijn voor het verloop van de wedstrijd, en voor het feit dat Chris en ik elkaars gedachten konden lezen tijdens het spel. Ik denk dat het kampioenschap in 1999 de toon heeft gezet voor het spel in Amsterdam, beginnend eind jaren ’90 tot aan het einde van het zeroes tijdperk.”

Een succesformule met de Astronauts

Niet alleen beschikten de Ricoh Astronauts over spelers met routine en ervaring, ook jonge talenten wisten steeds sterker te worden. Joe heeft ze ook zien groeien, of beter gezegd: hij heeft natuurlijk ook zichzelf zien groeien. “Ik heb geleerd hoe je een betere basketballer kon zijn. Naast coach Ton Boot heb ik geweldige teamgenoten gehad die mij ook een beter speler maakten. Voorheen dacht ik dat ik een fysiek sterke speler was, totdat ik met Mario Bennes in het team kwam. Hij leerde mij om nog meer fysiek te spelen, net als Milko Lieverst en Rolf Franke. Mijn aanvallende spel is met Chris McGuthrie steeds beter geworden. Alles werd een wisselwerking in het team, aangezien de jonge talenten destijds in Amsterdam ook steeds beter werden, zoals Raoul Heinen, Sydmill Harris, later ook Sander van der Holst, Niels Meijer en Stefan Wessels. Wij hebben onze routine en ervaring kunnen inzetten op de jonge spelers, en wij hebben ook zeker van elkaar geleerd. Er was ook nooit sprake van arrogantie, maar hebben altijd respect getoond. Dat hele collectief aan spelers bracht enorm veel bij aan het basketbal in Amsterdam, en bovendien ook in Nederland.”

Zelfs buiten Nederland. In seizoen 2000/2001 wisten de Astronauts een succesvolle Europa Cup serie af te werken, helemaal tot aan de halve finale. Deze halve finaleplek hebben ze weten te bemachtigen door het Turkse Fenerbahçe SK (huidig EuroLeague team) in twee wedstrijden te verslaan. “Op hetzelfde tijdstip troffen twee teams in twee verschillende sporten een tegenstander waarbij men niet had gedacht dat zij ze zouden verslaan: wij met de Astronauts versloegen Fenerbahçe, en Fenerbahçe versloeg voetbalclub Manchester United,” vertelt Joe. “De fans van Fenerbahçe zijn echt enorm levendig, dat merkte je toen we daar de return moesten spelen. Toen wij naar Istanbul gingen om daar het duel voor de tweede keer aan te gaan met Fenerbahçe, en een 93-73 overwinning van vorige week moesten verdedigen, verkeerde Turkije in een economische crisis. Wij wilden iets gaan eten, en alles was op dat moment nog iets van een halve gulden waard. Ondanks dat was het geweldig om daar te spelen. We verloren met tien punten verschil, maar hadden een marge van tien punten over voor de halve finale van de Korać Cup. Tegen Malaga eindigde dat avontuur, maar het was geweldig om zover te komen!”

De finaleserie van 2002: Ricoh Astronauts VS EiffelTowers Nijmegen

Er kwam een kampioenschap in 1999, eentje in 2000 en nog eentje in 2001. Seizoen 2001-2002 zou gekenmerkt worden als het rollercoasterjaar van de Astronauts. “Ja, dat seizoen was echt een moeilijk jaar voor de Astronauts,” weet Joe nog heel goed. “We speelden Europees in de Saporta Cup, maar dat Europees avontuur eindigde snel. We wonnen eind 2001 weliswaar de Ricoh Cup (laatste jaar van de FEB Cup), maar werden in de Basketball Cup in de kwartfinale uitgeschakeld door EiffelTowers Nijmegen. Na de eerste competitiehelft verloren we zoveel wedstrijden waardoor we van de eerste plek naar de derde plek gingen. Veel mensen gaven ons weinig kans om voor het vierde jaar oprij kampioen van Nederland te worden. In de play-offs begonnen we de best-of-three serie tegen EBBC Den Bosch, die nog nota bene de Basketball Cup tegen EiffelTowers had gewonnen. Toch lukte het ons om opnieuw de finale te behalen via Den Bosch en NAC Breda, en op dat moment kom je tegenover EiffelTowers te staan. Mijn beste vriend Scott Neely was op dat moment de assistent-coach van Marco van den Berg. Het vreemde is dat je tijdens het seizoen elkaars succes aanmoedigt, maar op het moment dat je tegen EiffelTowers speelt, dan weet je ook dat je dan tegenover elkaar komt te staan.”

Wedstrijd nummer 6: de val die coach Ton Boot neerzette voor Chris Mims

EiffelTowers begon de best-of-seven serie met het thuisvoordeel, daar zij eerste eindigde in de competitie en de Astronauts derde. De serie verliep in evenwicht, waarbij de wedstrijden om en om werden gewonnen in Nijmegen door EiffelTowers en in Amsterdam door de Astronauts. Na vijf wedstrijden kwam EiffelTowers op matchpoint, en kon in Amsterdam voor een uitverkochte Sporthallen Zuid kampioen worden. Joe weet nog precies hoe beladen deze wedstrijd was, en de intensiteit van dat duel. “Wedstrijd nummer 6: we stonden ineens op achterstand met nog een minuut te spelen. Zo’n reeks aan kampioenschappen kon na drie jaar ineens voorbij zijn. Toch kwamen we terug op voorsprong, maar Nijmegen kwam nog gelijk te staan (67-67) met nog 20 seconden te gaan. We hadden een plan in gedachte: Chris Mims van EiffelTowers had de bal, en op dat moment hebben we hem op zo’n manier klem gezet dat hij voor een geforceerd schot moest gaan die mis ging. Dat was het moment waarop Nijmegen het kampioenschap kon pakken, maar Tony Miller schoot namens ons twee vrije worpen raak waardoor er een zevende en beslissende wedstrijd kwam in Nijmegen.”

Wedstrijd nummer 7: 15 punten achter in het tweede kwart

Ga er maar aan staan: de Astronauts wonnen gedurende het hele seizoen nog geen één wedstrijd in Nijmegen, terwijl Nijmegen het twee keer was gelukt om in Amsterdam te winnen. Echter, wat zegt dat in een beslissende wedstrijd? Eigenlijk helemaal niets. Beide teams begonnen op 0-0, en alles was vanaf dat moment mogelijk. Toch leek het weer zo te zijn dat Nijmegen in eigen huis zou winnen, aangezien zij op een 34-19 voorsprong kwamen te staan vlak voor rust. Het bijzondere is juist dat het vandaag de dag (zondag 5 mei 2024) precies 22 jaar geleden is dat deze beslissende wedstrijd in sporthal De Horstacker in Nijmegen werd gehouden, op zondag 5 mei 2002. Ruim 22 jaar na dato weet Joe het nog allemaal heel goed. “Je weet dat zo’n wedstrijd altijd moeilijk is om te spelen. We hebben in Den Helder eerder een zevende wedstrijd gespeeld, en dat maakte denk ik nou net het verschil tegenover het team van EiffelTowers. Wij hadden met de samenstelling die al enige jaren onder Ton Boot speelde meer ervaring in het spelen van dit soort wedstrijden. Dat zag je later terug op het veld: wij scherpten na rust de verdediging aan, en zodoende was dat de basis voor ons om terug te kunnen komen in de wedstrijd. Ik kampte op dat moment met een handblessure, en ik kwam in het derde kwart op de vrije worplijn te staan. Chris zei tegen mij: ‘schiet deze vrije worpen erin, en ik beloof je: er gaat gewonnen worden’. Ik schoot ze alle twee raak, en we stonden twee punten voor na het derde kwart. Het was echt geweldig om te zien hoe Chris vervolgens in het vierde kwart al die driepunters erin schoot. Er was geen mogelijkheid voor EiffelTowers om dat tegen te kunnen houden. Deze driepunters zorgden voor een verschil in de wedstrijd dat Nijmegen niet meer kon overbruggen. Wij werden met de Astronauts voor de vierde keer op rij kampioen van Nederland.”

Een nieuw tijdperk met nieuwe coaches

We hebben het bij de Chicago Bulls gezien; toen Phil Jackson in 1998 de Bulls verliet als coach, viel het hele team met sterspelers als Michael Jordan, Scottie Pippen, Dennis Rodman en Steve Kerr uit elkaar. Hoewel Ton Boot bij de Astronauts zijn afscheid aankondigde, met vier kampioenschappen oprij, was dat bij de Astronauts niet het geval. Van het kampioensteam in 2002 bleven Patrick Faijdherbe, Sander van der Holst, Mario Bennes, Joe Spinks, Chris McGuthrie en kwam Koen Rouwhorst weer terug in de Amsterdamse gelederen. Toch liep het heel moeizaam. Immers, welke coach zou het succes van Ton Boot kunnen evenaren in Amsterdam? Rajko Toroman ging die uitdaging aan, maar zoals gezegd; het ging moeilijker bij de Astronauts. “Ja, het was echt moeilijk dat jaar,” beaamt Joe. “Je bent uiteindelijk zo gewend om te winnen, en de kern van het team die dat met Ton Boot heeft meegemaakt bleef intact. We kregen gedurende dat jaar nieuwe toevoegingen: Servische en Kroatische spelers. Het is ook moeilijk voor elke coach om in een nieuwe ploeg ingelast te moeten worden die de status als winnend bolwerk heeft gekregen. Ondanks dat het moeilijk was, en we geen kampioen noch bekerwinnaar werden, zag ik mijzelf niet zo gauw ergens anders spelen dan in Amsterdam. Ik besloot om nog eens twee jaar te blijven, en wat die seizoenen dan zouden worden dat zou ik dan wel zien, en met welke coach en samenstelling dat zou mogen zijn.”

Met het vertrek van Ricoh als hoofdsponsor zou het spel van de Astronauts er misschien anders uit zien. Toch bleek dat niet zo te zijn. Een nieuwe hoofdsponsor, het Britse Internet service provider Demon Internet, zorgde voor het behoud van een mooi team. De kern van de spelers bestond uit Joe Spinks, Mario Bennes, Koen Rouwhorst en Chris McGuthrie, hoewel laatstgenoemde in november 2003 vertrok. De rest van het team werd aangevuld met jonge talenten (Jeremy Ormskerk, Nenad Cvjetkovic, Niels Meijer en Robert Krabbendam) en de Amerikanen Teddy Gipson en Nii Nelson Richards (ex-Den Helder), en dat alles onder leiding van een nieuwe coach: Arik Shivek. “Het roster was van een heel ander formaat dan in de jaren die we met Ton Boot hadden,” vertelt Joe. “Het feit dat wij Chris McGuthrie kwijtraakten was ook een moeilijk moment. Hierdoor waren Mario, Koen en ik de enige spelers die van het team van Ton Boot overbleven. Ondanks dat deden we het goed in de competitie, en stonden we met kerst in 2003 eerste in de competitie. Ook kwamen Milko Lieverst en Tony Miller na de jaarwisseling terug in ons team, en zo hadden we een deel van de kampioenskern weer terug. Naast de geroutineerde spelers zagen we de jonge spelers en Teddy Gipson het ook steeds beter doen. De Basketball Cup tegen Tulip Den Bosch werd door ons gewonnen, maar in de play-offs werden we in de beslissende halve finalewedstrijd tegen MPC Capitals Groningen (gecoacht door Ton Boot) uitgeschakeld. Dat was echt pijnlijk, en we wilden bewijzen dat we in het jaar daarna het nog beter wilden doen.”

Play-offs 2005

Een nieuwe kans in seizoen 2004-2005. Toch verliep dat seizoen moeizaam met veel nederlagen tegen teams rond de middenmoot, en een derde plaats in de competitie. Toch weet je het met de Astronauts nooit; net zoals in 2002 toen zij ook derde eindigden. Arik Shivek wilde een nieuwe mogelijkheid wel met beide handen grijpen. De Astronauts wisten de best-of-three serie tegen Cape Holland Den Helder met 2-0 te winnen, en veel geblesseerde spelers kwamen weer in actie. In de halve finale, best-of-five serie, wachtte EiffelTowers Nijmegen. Zij kenden een zwaar begin van het seizoen, maar met de komst van Leon Rodgers veranderde dat volledig. “Wij eindigden de competitie matig, terwijl EiffelTowers steeds beter werd en haast niets meer verloor na de jaarwisseling. Zij hadden spelers die net niet de NBA hadden gehaald en dus in Nederland terechtkwamen. Een inbreng met routine en ervaring, gecombineerd met een atletische Teddy Gipson in ons midden, heeft ons enorm geholpen. Wij wisten ons met 1-3 te plaatsen voor de finale tegen Landstede Hammers. Wij wisten dat dat niet makkelijk zou worden, aangezien zij ons vier keer wisten te verslaan in de competitie. Spelen in Zwolle, er heerste een vloek op. In Zwolle zou het in de play-offs ons niet meer gebeuren, en met vier overwinningen op rij werden wij in 2005 opnieuw kampioen van Nederland.”

Zowel Ton Boot als Arik Shivek hebben de Astronauts als coach kunnen leiden naar meerdere kampioenschappen. Twee succesvolle coaches met elk verschillende vaardigheden, weet ook Joe. “Zoals bij elke coach is ook de manier van coachen bij Ton Boot en Arik Shivek erg verschillend. Bij Ton Boot kwam het vaak neer op herhalen, herhalen en herhalen. Je moet het op dezelfde manier uitvoeren en het nog beter doen dan de keer daarvoor. Ook tijdens de wedstrijden blijft het concept hetzelfde, ook al heeft de tegenstander haar spel op ons aangepast; wij moeten het op dezelfde manier nog beter doen. Dat is wat ik van Ton Boot heb geleerd. Je wist wat wij zouden gaan doen tijdens de wedstrijden, en dat moest je als tegenstander zien te stoppen. Veel tegenstanders lukte dat uiteindelijk niet, en dat is wat het succes van Ton Boot bij veel teams heeft gekenmerkt. Arik Shivek heeft veel aanpassingen verricht in de manier van spelen, en hij wilde meer gebruik maken van het talent in plaats van herhalen. Hij wilde spelers bij elkaar hebben met een hoog basketbal IQ, terwijl Ton Boot gebruik wilde maken van je vermogen en atletische capaciteiten; je basketbal IQ inzetten om op dezelfde manier steeds beter te worden. Arik zou aanpassingen aan de tegenstander verrichten, als hij bijvoorbeeld een pick-and-roll spel ontdekte bij de tegenstander, dan zou hij vier spelconcepten uitwisselen om in de verdediging op een antwoord te kunnen komen. Het zijn twee verschillende invalshoeken in het spel, maar allebei erg effectief! Van beiden heb ik enorm veel geleerd.”

Einde profcarrière, welkom carrière als coach

Na het kampioenschap van 2005 besloot Joe zijn contract voor twee jaar te verlengen. Het zou echter niet lang duren voordat er een onverwacht einde aan zijn basketbalcarrière zou komen. In een uitduel tegen Asvel Lyon (huidige EuroLeague team) liep Joe een meniscusblessure op. Ondanks meerdere operaties slaagde hij er niet in om fit te worden, en volledig herstel zat er niet meer in. In 2006 bleef Joe wel betrokken bij de Amsterdamse organisatie. Hij werd aangesteld als hoofdcoach van de Amsterdam Astronauts. Toch zou zijn uitdaging niet gemakkelijk worden. Hoofdsponsor Demon stopte en een nieuwe hoofdsponsor bleef uit. Dat betekende dat de Astronauts het moesten doen met een jong team, aangevuld met buitenlandse spelers. “De overgang van speler naar coach was echt moeilijk. Ik leerde constant bij over wat het coachen precies inhield. Toch kreeg ik uiteindelijk de smaak te pakken. We waren een heel jong team en na de jaarwisseling begonnen we meer te winnen en uiteindelijk bereikten we de play-offs. In de play-offs ging het ook steeds beter.”

De leerling tegenover de leermeester

Wat was nu het mooie aan de best-of-three serie in 2007? Joe moest het als coach met de Astronauts opnemen tegen Hanzevast Capitals, gecoacht door zijn voormalige coach Ton Boot. Het kwam neer op een beslissende wedstrijd in MartiniPlaza, en Joe wist met de Astronauts de laatste wedstrijd met 69-73 te winnen en zich te plaatsen voor de best-of-five serie tegen The Matrixx Magixx Nijmegen. De debuterende leerling wist te winnen van de meester. “Dit is dus wat het coachen inhield. Het kwam tegen Nijmegen aan op de laatste beslissende wedstrijd voor de finale. In Nijmegen kwamen we net tekort, en dat was echt zonde. Toch was het een heel leerzaam seizoen, waarin ik in een seizoen tijd erg gegroeid ben als coach. Als speler neem je meer verantwoordelijkheid op het veld, hoewel je als coach toch ook deels afhankelijk bent van de prestaties die de spelers leveren. Alles was heel leerzaam, als beginnende coach en alles wat daarna zou komen.”

Geen hoofdsponsor, einde Amsterdam basketbal?

Een hoofdsponsor bleef in mei 2007 nog steeds uit voor de Astronauts. De berichten waren zorgwekkend, zo zorgwekkend zelfs dat er mogelijk sprake zou zijn van het stoppen van de basketbalorganisatie. In 12 jaar tijd had Amsterdam veel kampioenschappen en bekers gewonnen; zou het werkelijk zo ver komen? Niet veel later, eind mei 2007, volgden ontwikkelingen die het tijdperk van de Astronauts drastisch zouden veranderen. De naam Astronauts verdween en maakte plaats voor ABC Amsterdam. Voorzitter Ruud Frese werd de vicevoorzitter van de organisatie. De nieuwe voorzitter werd Roel Pieper, en hij had plannen om van Amsterdam een EuroLeague team te maken. Daarvoor werd coach Arik Shivek teruggehaald naar de hoofdstad, en Joe werd samen met Ferry Steenmetz zijn assistent-coach. “Hoewel Ruud Frese niet meer de voorzitter van de organisatie was en niet meer de grootste invloed had, wilde hij toch dat ik een betere coach zou worden.”

Twee jaar assistent-coach, met zeer lovende woorden over Ruud Frese

De hele stijl van het Amsterdamse basketbal veranderde enorm. Joe heeft als coach nog veel meer geleerd en op nog veel meer punten verbeterd. “Ik waardeer de kans die ik kreeg enorm!” stelt Joe. “Waar ik ook waardering voor kreeg was management. Ook al stel je doelen, lees: Europees succesvol worden, toch moet je die doelen nog altijd zien te behalen. Iets wat ik aan Ruud Frese echt geweldig vond, was dat hij de vertaalslag wist te maken van doelstellingen naar de daadwerkelijke prestaties op het veld. Die laatste twee jaren was ik best geschokt over hoe snel bepaalde zaken ongeorganiseerd konden plaatsvinden. We wisten het succes op het veld waar te maken, maar achter de schermen was het echt moeilijk. Je moet het doen met het feit dat spelers als gevolg van faillissementen (hoofdsponsoren MyGuide en EclipseJet) niet eens meer betaald kregen. Ook het reizen en de representatiekosten werden een probleem. Ruud Frese zorgde ervoor dat de afspraken die gemaakt werden met de spelers ook nagekomen zouden worden, en dat je op het veld ook een betere speler zou worden. Die laatste jaren hadden Arik en ik zoiets van 'Wauw, wat is hier aan de hand?' We brachten sterke spelers naar Amsterdam, maar het financiële plaatje ontbrak. Tijdens het laatste jaar, seizoen 2008/2009, was het dan ook moeilijk om spelers te overtuigen om door te blijven spelen. Natuurlijk was het leuk om als coach steeds meer bij te leren, maar er kwam nog veel meer bij kijken gedurende dat laatste jaar. Voor mij kwam er een extra focuspunt bij. Mijn zoon Jonathan werd geboren, en uiteraard wilde ik een hele goede vader en echtgenoot zijn. Gelukkig had ik een hele slimme vrouw. We hebben veel gespaard voor de toekomst. Hierdoor heeft de financiële situatie in Amsterdam ons niet veel geraakt.

Ook Ruud Frese heeft ons enorm geholpen toen we weer terug naar Amerika gingen in 2009. Hij heeft zich enorm voor ons ingezet. Het was echt een zegen om hulp te krijgen van zo'n geweldige man als Ruud Frese. Ik denk niet dat je zo gauw iemand vindt die zoveel voor zijn spelers zou doen als hij, ook al was hij niet meer de voorzitter van Amsterdam. Hij wilde er zeker van zijn dat Dawn en ik het goed zouden hebben, en dat we ook met zekerheid terug naar Amerika konden gaan. Ik ben altijd enorm dankbaar voor de band die ik met hem heb mogen hebben. Toen zijn zoon ons belde over het overlijden van Ruud, ging er een schok door ons heen. Het was een hele zwarte dag voor ons. Er zal voor mij geen betere voorzitter zijn dan hij!"

Nog altijd bekend met basketbal in Nederland

Sinds 2009 wonen Joe en Dawn weer in Amerika. Toch heeft Joe het een en ander van het basketbal in Nederland kunnen volgen. “Via internet heb ik een aantal livestreams van Apollo Amsterdam kunnen volgen. Op dat moment was Patrick Faijdherbe de hoofdcoach en Peter van Paassen de assistent-coach. Ik vond het wel grappig om Patrick in deze positie te zien; van oud-teamgenoot naar hoofdcoach van Amsterdam. Ook heb ik tijdens de afgelopen Olympische Spelen het Nederlands 3x3 basketbalteam gevolgd, met spelers tegen wie ik nog gespeeld heb en die ik heb gecoacht. Het was echt leuk om Arvin Slagter in actie te zien komen, aangezien ik daar nog drie seizoenen tegen heb gespeeld.”

High school coach bij Eastern Guilford

Inmiddels is Joe sinds 2011 high school coach bij Eastern Guilford. “Ik heb een aantal succesvolle high school teams gehad, waarbij veel leerlingen een beurs hebben kunnen krijgen om op een hoger niveau te spelen. Het leuke aan het feit dat ik high school coach ben, is dat een aantal van mijn leerlingen aan mij vertelt dat alles wat ik ze heb geleerd hen veel heeft gebracht. Het is fantastisch om deze leerlingen te zien groeien, sterker worden en ook een gezin stichten. Dit is mijn 13e jaar als high school coach, en ook al kreeg ik vaak de vraag waarom ik geen college coach ben geworden of elders professioneel coach, te zien dat leerlingen hun dromen bereiken en nastreven, dat is precies waarom ik dit doe. Mijn eerste jaar was best moeilijk, aangezien ik het coachen op professioneel niveau en in Europa achter me had gelaten om kinderen te coachen, en je weet dat kinderen niet hetzelfde reageren als volwassenen. Maar tot nu toe gaat het me goed af. Dit jaar is wat moeilijker, en misschien is dit wel mijn zwaarste jaar als coach. We zijn niet zo sterk als de afgelopen jaren, omdat we een heel jong team hebben. Toch verwacht ik dat we de komende jaren vooruitgang zullen boeken. In de zomer gaan we kampen en clinics organiseren voor kinderen. De toekomst van het basketbal blijft altijd veel moois brengen, en dat zal altijd zo blijven!”

Hard werken loont! In Amsterdam wisten ze dat jarenlang. Wat dat betreft zal Joe altijd vechten voor zijn doelen en resultaten, op welke manier dan ook!

You will find the English version of this article below!


Joe ‘The Bull’ Spinks keeps working hard for success

In the Amsterdam basketball scene, many people know about Joe Spinks, also known as 'The Bull' back then. He became the MVP of the season twice with the Astronauts, won the championship with Amsterdam five times as a player and twice as an assistant coach. Under the guidance of coaches Ton Boot and Arik Shivek, he experienced successful moments with the Astronauts. From his university years at Campbell University (Big South Conference Rookie of the Year and Big South Conference Player of the Year) to his professional career as a basketball player and coach; Joe Spinks always stands for one thing: hard work, never giving up, improvement and achieving results. He now passes all of this to talented high school students at Eastern Guilford High School. Let’s delve into what Joe has achieved and experienced with his hard work, as he talks about his basketball journey from the past to the present.

Why basketball became his favorite sport

Before Joe started playing basketball, he was involved in American football. In America, there was a local recreation league at that time. You have three sports seasons, and the first sports season would be football and then it would be basketball and then baseball. Joe only tried football and baseball, as he didn’t know anything about basketball back then. “The first sport was football that I was eligible to play, and then baseball,” Joe says. “The next year, a kid in my neighborhood said ‘you got to play basketball’. Well, I didn't really know just by what we did in the neighborhood; just throwing the ball through the hole. So I didn't play that year either. I just played football and baseball. The last year when I was eligible, and I think I was like ten years old, I finally started playing organized basketball. The reason why I started playing organized basketball was because I liked watching the NBA on TV. I like the Philadelphia 76ers, and I was a big fan of Julius Erving - Dr. J. I just kept doing it, and I kept playing the three sports until I was about 13 years old. Later on, I got hit really hard on the football field. I stopped playing football and kept playing basketball and baseball. Basketball became my comfort zone. I attended a basketball camp, and during the summer, the coach from that camp called my high school coach to say that he got a pretty good player you might want to look at. From there, I started to play for the top team in high school, and that summer I grew about six more inches, which is about 17 centimeters. I became a prospect and got a college scholarship. That marked the beginning of my journey towards a great career.”

The Fighting Camels at the Campbell University

It took some time for Joe to receive his scholarship to attend university. Many of his friends gave various coaches the advice to keep an eye on him. Eventually, his hard work and playing in the semifinals of the state championship in high school were rewarded with a spot at Campbell University. “The interesting thing is that my best friend, who lived across the street, was being recruited by Campbell and coach Billy Lee when he was the head coach. My best friend decided not to go to school there. He decided to go to another university, but he said that there's a player across the street you really need to recruit and that's my best friend Joe Spinks. At first they were unsure at that time if I was good enough. I hadn't been approached by them yet, although another friend at high school had a father with connections with Campbell University. At that point, I was introduced to them, but again there was doubt about whether I would be good enough. I kept playing basketball, and meanwhile, other schools were keeping an eye on me. We played in the state championship that year, and they saw me play. From that moment on, I was offered a scholarship. Although it took some years, it finally happened, and I became part of Campbell University.”

Keep growing as a player, with different individual prices

At the age of 18, the adventure began at Campbell University. It proved to be a good start for Joe. In 1991, during his freshman year, Joe was named Big South Rookie of the Year. “To this day, almost 34 years later, I am still grateful that I had great players around me,” Joe confirms. “During my first year, the team had to deal with a lot of injuries. I was still a role player back then, but I was used as a scoring factor to fill the gaps because of the injuries. We were halfway through that season, but my main task was rebounding. Still, it was the beginning of my scoring role. From the third year, my scoring ability increased. Along with Scott Neely (former basketball player of Landstede Hammers and assistant coach of EiffelTowers Nijmegen), we were the scoring players. We set a record at Campbell: the most points scored together in a single game. Scott made about 11 three-pointers during that game.”

The first years as a pro

In 1994, Joe successfully completed his studies in sport management at Campbell University and began his professional basketball career. His first European destination was Södertälje in Sweden, a place known for its churches and the structure of old buildings. His professional adventure began at the Södertälje Kings, as the organization was called at that time. “To be honest, I got really homesickness at the beginning,” Joe admits. “I wasn't used to the climate, like the snow started to fall early in October. Despite that, it was a great experience. It was my first time leaving America. As a first year’s pro, you don't immediately know what that means. I had a lot to learn a lot, and I learned a lot that year.”

From his first year as a pro in Sweden, Joe moved to Finland in 1995 to play for Namika Lahti, which became bankrupt in 2015. The interesting part of that was that he played against a Dutch team with Lahti: GOBA Gorinchem in the qualifying round of the Europe Cup. “I had a great time in Finland; got to explore a lot of the country and its culture. That made basketball even more enjoyable when you could do that. Against GOBA, a team playing in the Netherlands back then, we had to play a European match. That team consisted of many talented Dutch players, as if they had the national team on their team. We won by just two points, and then we had to play against a team from Spain. It was a fun experience for me to discover basketball in Finland and to be able to play with some Finnish national team players as well.”

The Amsterdam Astronauts: the beginning of an unforgettable experience

From Vilvoorde and Ílhavo, Joe arrived in Amsterdam in 1998, joining the Ricoh Astronauts. From that moment, a long time of basketball in Amsterdam started from there. “I recovered from a long-term injury. I was really out of shape. Shortly before that, I have also gotten married to Dawn, and she moved over to The Netherlands with me. I was always nervous about losing my job, but one day my coach Ton Boot came up to me. He put his arm around my shoulder and said 'Don't worry about your job, it will be okay’. Ruud Frese, the manager of the Ricoh Astronauts back then, also had complete faith in me. He told me that I was a good player, that I needed to get in shape again and that everything would work out. I got into shape, and I also started playing better and better. A nervous start turned into a wonderful time ahead. Ruud Frese was truly the best manager I have ever played for in Europe. He took really good care of his players, and also their family members. He wanted the players and their families to have the best possible experience, and that also contributed to our success on the court.

Although it seemed difficult, I am also very happy that I was able to experience it this way during my first year in Amsterdam. Ton Boot has taught me a lot. It's sometimes quite funny to hear from my own players today why I can coach so hard. I tell them that I'm not tough, and then I tell them about Ton Boot and my time in Amsterdam, and that at the same time I want to make them better at their game.”

The play-off finals in 1999: Ricoh Astronauts VS Hans Verkerk Keukens Den Helder

In Joe's first year playing in Amsterdam, the Astronauts qualified for the best-of-seven playoff series for the second time in history; the 1999 finals against Hans Verkerk Keukens Den Helder. It’s very simple: whoever won four out of a maximum of seven games would become the basketball champion of The Netherlands. The Astronauts finished first in the regular season, with Den Helder in second place. This meant that the Astronauts would play the first game at home in the Apollohal, but Den Helder proved too strong, winning 53-66. Den Helder won three out of the first four games, leaving the Astronauts trailing 1-3 in the series. This meant Den Helder only needed to win one more game to become the champion again, while the Astronauts had to win three games in a row. Game number 5 was won by the Astronauts in Amsterdam with a score of 63-49, but Den Helder hosted game number 6 in their own gym, De Slenk. “I remember arriving in Den Helder, Tony Miller, the guard of Den Helder and a future teammate of ours at the Astronauts a few years later, said he had already called his girlfriend for this moment and that Den Helder would win this game. I looked around, and there were balloons everywhere, and the flowers and champagne were also present in the gym. Chris McGuthrie also looked up and said to me, ‘wow, that's kind of in your face, huh?' I remember saying that they wouldn't go home happy that night. They didn't, because after an exciting game, we also won in Den Helder, bringing the score to 3-3. A seventh game would decide who would become the champion in the Apollohal.”

Game 7

Just before the start of the seventh game, there were some problems: would Joe enter the Apollohal on time? “Before this game started, I fell ill. Here in The Netherlands, you can't just get medicine easily, unlike in America where you can go to the pharmacy and get them. My throat really hurt, and my wife went by car to the appointment for some medicine. I told Chris he could go to the Apollohal, and that Dawn and I would arrive there either. I think she got confused about the time, because when time was running out, she still hadn't returned. Out of nervousness, I took the train from Almere to Amsterdam. However, I thought that train would go to a place in Amsterdam where I would take the tram, but the train stopped at Amsterdam RAI and there was no tram in sight. The taxi refused to take me to the Apollohal because it was too close, and he couldn't generate any revenue from it. From the RAI, I ran to the Apollohal to make it on time. Ton Boot was always very clear: every player had to be present at least an hour and a half before each game. Ton always stood for what he said: if you were late, you wouldn't play. I only arrived 75 minutes before the game, and I explained the situation to him. He said 'Joe, it's okay. Go get dressed and get ready for the game'. That's what I remember the most, making it on time before that game started. The atmosphere in the Apollohal, with the fans divided between Amsterdam and Den Helder, was amazing. Also, during this game, I finally knew that Chris McGuthrie and I had connected as teammates. I got the steal, and Chris sprinted to the other end of the court. I gave a long pass and Chris received the ball and made the lay-up. These kinds of plays would set the tone for the game and for the fact that Chris and I could read each other's minds during the game. I think the championship in 1999 would set the tone for basketball in Amsterdam, starting in the late '90s until the end of the zeroes era.”

More beautiful moments with the Astronauts

Not only did the Ricoh Astronauts have players with experience and expertise, also the young talents players were getting stronger each season. Joe saw how they grow, or rather, he saw his own progression as well. “I learned how to be a better basketball player. Besides Coach Ton Boot, I had great teammates who also made me a better player. I used to think that I was a physical strong player, until I joined the team with Mario Bennes. He taught me to play even more physical, just like Milko Lieverst and Rolf Franke. My offensive game improved significantly with Chris McGuthrie. Everything became a synergy within the team, as the young talents in Amsterdam were also improving, players like Raoul Heinen, Sydmill Harris, later also Sander van der Holst, Niels Meijer, and Stefan Wessels. We were able to utilize our experience and expertise to guide the young players, and we definitely learned from each other. There was never any arrogance in the team. It was like all mutual respect. We all contributed to basketball in Amsterdam, and also in The Netherlands, and even beyond.”

In the 2000/2001 season, the Astronauts had a successful run in the Europe Cup, reaching the semifinals. They secured this semifinal spot by defeating Fenerbahçe SK (current EuroLeague team) in two games. “At the same time, two teams in two different sports faced their opponents they didn't think they would beat: we, the Astronauts, defeated Fenerbahçe, and Fenerbahçe defeated the football club Manchester United,” Joe remembers. “Fenerbahçe fans are full of passion, which we noticed when we had to play the return match over there. When we went to Istanbul to face Fenerbahçe for the second time, to defend a 93-73 victory from the previous week, Turkey was in an economic crisis. We wanted to grab something to eat, and everything was worth about half a Dutch gulden at that time. Despite that, it was amazing to play there. We lost by ten points, but we had a margin of ten point to qualify for the Korac Cup semifinal. The adventure ended against Malaga, but it was great to finish so far during that tournament!”

The best-of-seven 2002: Ricoh Astronauts VS EiffelTowers Nijmegen

A championship in 1999, another one in 2000, and yet another in 2001. The 2001-2002 season would be characterized as the rollercoaster year of the Astronauts. “Yes, that season was really tough for us,” Joe remembers very well. “We played in the Saporta Cup in Europe, but that European adventure ended quickly. Although we won the Ricoh Cup at the end of 2001 (the last year of the FEB Cup), we were eliminated in the Basketball Cup quarterfinals by EiffelTowers Nijmegen. After the first half of the season, we lost so many games that we dropped from the first place to the third place. Many people thought that we wouldn’t win the champions again. In the playoffs, we started the best-of-three series against EBBC Den Bosch, who had just won the Basketball Cup against EiffelTowers. Yet, we managed to reach the final again by defeating Den Bosch and NAC Breda, and at that point, we were up against EiffelTowers in that best-of-seven final series. My best friend Scott Neely was the assistant coach of Marco van den Berg at the time. It was tough that year to play against your best friend though. You root for each other's success all the time, but when you play against EiffelTowers, you know you're up against each other.”

Game number 6: the trap coach Ton Boot set for Chris Mims

EiffelTowers started the best-of-seven series with the home advantage, as they finished first in the league and the Astronauts third. The series was evenly matched, with games being won alternately in Nijmegen by EiffelTowers and in Amsterdam by the Astronauts. After five games, EiffelTowers could become the new champion if they would win in a sold-out Sporthallen Zuid in Amsterdam. Joe remembers this game and the intensity of that match. “Game number 6: we were trailing with only a minute to go. A streak of championships could suddenly end after three years. Yet, we came back to take the lead, but Nijmegen tied the game (67-67) with 20 seconds to go. We had a plan: Chris Mims from EiffelTowers had the ball, and we trapped him in such way that he had to take a forced shot that was missed. That was the moment that Nijmegen could have win the championship, but Tony Miller made two free throws for us, forcing a seventh and last game in Nijmegen.”

Game number 7: 15 points behind in the second quarter

Imagine this: throughout the entire season, the Astronauts hadn't won a single game in Nijmegen, while Nijmegen had managed to win twice in Amsterdam. However, what does all of that mean in a decisive game? Nothing at all. Both teams would start at 0-0, and everything was possible from that moment on. Yet, it seemed like Nijmegen would win at their home game again, as they took a 34-19 lead just before halftime. Today (Sunday the 5th of May 2024) it is exactly 22 years ago that this seventh game was played here in Sporthal De Horstacker in Nijmegen, on Sunday the 5th of May 2002. After 22 years, Joe still knows a lot about this game. “You know that those kinds of games are always tough,” Joe explains. “We had played a seventh game in Den Helder before, and I think that was the main difference compared with EiffelTowers. With the team we had been playing under Ton Boot for several years, we had more experience in playing these kinds of games. That was showed on the court that last game: we tightened up our defense after halftime, and that was the basic elements for us to come back into the game. I remember that I had a hand injury at that time, and in the third quarter, I found myself at the free-throw line. Chris said to me: 'make these free throws, and I promise you: we're going to win this game’. I made both of them, and we were taking the lead by two points after the third quarter. It was really amazing to see Chris hit all those threepointers in the fourth quarter, and there was no way for EiffelTowers to stop that. Those threepointers made the difference in the game. With the Astronauts, we won the national championship of The Netherlands for the fourth time in a row.”

A whole new era with different coaches

We've seen it with the Chicago Bulls; when Phil Jackson left the Bulls as coach in 1998, the whole team with star players like Michael Jordan, Scottie Pippen, Dennis Rodman, and Steve Kerr fell apart. Although Ton Boot announced to leave the Astronauts, with four championships in a row, from the championship team of 2002 a lot of players stayed in Amsterdam: Patrick Faijdherbe, Sander van der Holst, Mario Bennes, Joe Spinks, Chris McGuthrie, and Koen Rouwhorst returned to the Amsterdam as well. Still, it was very difficult. After all, which coach could match up against Ton Boot's success in Amsterdam? Rajko Toroman tried it, but as mentioned, it became difficult for the Astronauts. “Yes, it was really tough that year,” Joe agrees. “You get so used to winning games all the time. We got some new players during that year: some Serbian and Croatian players. It's also difficult for any coach to step into a new team that has acquired the status of a winning team. Despite all of that, I couldn't see myself playing anywhere else but in Amsterdam. I decided to stay for another two years, and what those kinds of seasons would be like, I would see then.”

Because Ricoh left as the main sponsor, the Astronauts' team could have been different. Yet, that wouldn’t happen. A new main sponsor, the British Internet service provider Demon Internet, ensured the retention of a strong team. The core of the championship team stayed with Joe Spinks, Mario Bennes, Koen Rouwhorst, and Chris McGuthrie, although Chris left in November 2003. The rest of the team was built with young talented players (Jeremy Ormskerk, Nenad Cvjetkovic, Niels Meijer, and Robert Krabbendam) and American players like Teddy Gipson and Nii Nelson Richards (ex-Den Helder), with Arik Shivek as the new head coach. “The roster was of a completely different caliber than in the years we had with Ton Boot,” Joe says. “Losing Chris McGuthrie was also a difficult moment. This meant that Mario, Koen, and I were the only players left from Ton Boot's team. Despite that, we did well in the league, and at Christmas in 2003, we were at the top of the league. Milko Lieverst and Tony Miller also returned to our team after Christmas, and so we had a part of the former championship team back. In addition to the experienced players, we saw the young players and Teddy Gipson also improving. We won the Basketball Cup against Tulip Den Bosch, but in the playoffs, we were eliminated in the last semifinal game against MPC Capitals Groningen (coached by Ton Boot). That was really painful, and we wanted to prove that we could do even better the next year.”

Play-offs 2005

A new opportunity came in the 2004-2005 season. However, that season proved to be quite challenging with many losses against different teams, resulting in a third-place finish in the league. Yet, with the Astronauts, you never know; just like in 2002 when they also finished third. Arik Shivek was eager to seize a new chance. The Astronauts managed to win the best-of-three series against Cape Holland Den Helder with a 2-0 score, and many injured players returned. In the semifinal series, a best-of-five series would be played against EiffelTowers Nijmegen. They had a tough start at the beginning of the season, but with the arrival of Leon Rodgers, everything changed. “We ended the season pretty tough, while EiffelTowers kept improving and hardly lost anything after Christmas. Our routine and experience, combined with an athletic player like Teddy Gipson, greatly helped us. We managed to qualify for the finals against Landstede Hammers with a 1-3 victory against EiffelTowers. We knew it wouldn't be easy against Landstede, as they had beaten us four times in the league. Playing in Zwolle, that became a curse, but in the playoffs that wouldn't happen to us anymore. With four wins in a row, we became the champions of The Netherlands again in 2005.”

Both Ton Boot and Arik Shivek led the Astronauts to multiple championships. Joe knows that they are two successful coaches with different kinds of skills. “Like any coach, the coaching styles of Ton Boot and Arik Shivek are very different. Ton Boot was a believer in repetition, repetition, and repetition. You got to do it the same way and try to do it better and harder the next time. Even during games, the concept remained the same, even if the opponent adapted their game to us; we had to do it the same way, but better. That's what I learned from Ton Boot. You knew what we were going to do and what was coming. You just had to stop it, and a lot of teams couldn’t stop it. Arik Shivek would make adjustments and wanted more of the talent over the repetition. I think that's what makes Arik Shivek a great coach. He would go out and try to find players with talent, so that he could put his system in place where he could make adjustments. He wanted really smart players to evolve with their basketball IQ, whereas Ton Boot wanted you to evolve with your ability and your athletic ability while using your IQ. With Ton we would getting stronger by practicing a lot the same way, every time. Arik would do it differently. He adjusted a lot more, like if the opponent had a pick and roll game, he would probably have four concepts to try to stop it. He may say ‘no, we're going to play underneath, or we're going to play topside. That is Arik's way of coaching. So it was just two different philosophies, which were both good and very effective. I learned a lot from both of them!”

Become a basketball coach

After the championship in 2005, Joe decided to extend his contract for two more years. However, it wouldn't take long before an unexpected end to his basketball career would come. During an away game against Asvel Lyon (current EuroLeague team), Joe suffered with a meniscus injury. Despite multiple surgeries, he couldn't manage to recover completely. In 2006, Joe remained involved with the Astronauts. He became the head coach of the Amsterdam Astronauts. Yet, his challenge wouldn't be easy. Main sponsor Demon quit, and a new main sponsor didn't come. This meant that the Astronauts had to play with a young team by foreign talented players. “The transition from player to coach was really difficult,” Joe remembers. “I was constantly learning about what coaching was all about. However, I got better and better. We had a very young team, and after Christmas we started winning more games, eventually making it to the playoffs. Things started to get better, even more during the playoffs.”

The rookie facing the master

What was special about the best-of-three series in 2007? Joe had to face Hanzevast Capitals as the coach of the Astronauts, and the Capitals coached by his former coach Ton Boot. It came down to a decisive game at MartiniPlaza in Groningen, and Joe's Astronauts managed to win the last game 69-73, securing their spot in the best-of-five series against The Matrixx Magixx Nijmegen. The debutant pupil won against the master. “I thought ‘so this is what coaching is all about’. Against Nijmegen, it came down to the last game before the finals. In Nijmegen, we fell just short, and that was truly disappointing. However, it was a very educational season, which I grew a lot as a coach in just one season. As a player, you take more responsibility on the court, although as a coach you're also partly dependent on the performances of the players. I learned a lot, as a novice coach and everything that would come.”

Still no main sponsor, the end of Amsterdam basketball?

A main sponsor was still absent for the Astronauts in May 2007. Many people got concerned about this situation. In 12 years, the Astronauts had won many championships and cups; would it really come to an end? Not long after, late in May 2007, there would be a big change of the era of the Astronauts. The name Astronauts disappeared, making way for ABC Amsterdam. Manager Ruud Frese became the vice-president of the organization. The new president was Roel Pieper, who had plans to turn Amsterdam into a EuroLeague team. For this purpose, coach Arik Shivek was brought back to the capital city of The Netherlands, and Joe became his assistant coach, alongside Ferry Steenmetz. “Even though Ruud Frese was no longer the president of the organization and no longer had big influence, he still wanted me to become a better coach.”

Two years as an assistant coach, with very nice words about Ruud Frese

The entire style of basketball in Amsterdam completely changed. Joe learned and improved on many more aspects as a coach. “I greatly appreciate the opportunity I was given!” Joe emphasizes. “What I also appreciated was management. Even though you set goals for yourself, such as becoming successful in Europe, you still have to achieve those goals. One thing I truly admired about Ruud Frese was his ability to translate objectives and goals into actual on-court performances, like those times as a player at the Astronauts. During those last two years as an assistant coach, I was quite shocked by how quickly certain things could become disorganized. We managed to achieve success on the court, but behind the scenes, it was really difficult. You have to deal with the fact that players were not even getting paid due to bankruptcies (main sponsors MyGuide and EclipseJet). Even traveling costs became a problem. Ruud Frese ensured that the agreements made with the players would be honored, and that you would also become a better player on the court. During the last year, the 2008/2009 season, it was difficult to convince players to keep playing. Of course, it was fun as a coach to learn more and more, but there was much more to it during that last year. For me, there was an additional focus point. My son Jonathan was born, and of course, I wanted to be a very good father and husband at the same time. Luckily, I have a very smart wife. Dawn and I saved a lot for the future. This is why the financial situation in Amsterdam didn't affect us much. Ruud Frese also helped us a lot when we returned to America in 2009. It was truly a blessing to receive help from such a wonderful man as Ruud. I don't think you will find someone who would do as much for his players as he did, even though he was no longer the president of Amsterdam. He wanted to make sure that Dawn and I were doing well and that we could return to America with certainty. I am always immensely grateful that I met someone like him. When his son called us about Ruud's passing, we were in complete shock. It was a very black day for us. There will be no better president for me than him!”

Still knows some things about basketball in The Netherlands

Since 2009, Joe and Dawn have been living back in America again. However, Joe has been able to follow details of basketball in the Netherlands. “Through the internet, I watched a few basketball games of Apollo Amsterdam. At that time, Patrick Faijdherbe was the head coach and Peter van Paassen was the assistant coach. I was pretty nice to see Patrick coaching; from a former teammate to head coach of Amsterdam. I also followed the Dutch 3x3 basketball team during the last Olympics, with players whom I've played against and coached. It was really nice to see Arvin Slagter in action, a player I competed against him for three seasons.”

High school coach at Eastern Guilford

Since 2011, Joe has been a high school coach at Eastern Guilford. “I've had some successful high school teams, with many students earning scholarships to play at a higher level. The great thing about being a high school coach is that some of my students tell me that everything I've taught them has benefited them greatly. It's amazing to see these students grow, become stronger, and even making families. This is my 13th year as a high school coach, and even though I've often been asked why I didn't become a college coach, or pursue coaching professionally elsewhere, seeing students achieve and following their dreams is exactly why I do this. My first year was quite challenging, as I had left coaching at the professional level in Europe to coach kids, and you know that kids don't react the same way as adults. Even so, it's been going well so far. This year is a bit more difficult, and perhaps it's my toughest year as a coach. We're not as strong as in past years because we have a very young team. However, I expect us to make progress in the coming years. In the summer, we'll be organizing camps and clinics for kids. The future of basketball always brings a lot of great adventures, and that will always be the case!”

Hard work pays off! In Amsterdam, they knew that for years. With that, Joe will always fight for his goals and results, in any way possible!

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.